Raseigenschappen

Gewichtsklasse:

Reu: 13-21 kg
Teef: 13-19 kg

Schofthoogte:

Reu: rond de 55 cm

Teef: rond de 50 cm

Energieniveau: zeer energiek
Levensduur: 10-15 jaar
Neiging tot blaffen: hoog
Neiging tot graven: laag

Sociale behoefte: gemiddeld

Fokdoel:

Schapendrijver

Vacht:

Lengte: gemiddeld
Eigenschappen: dubbellaagse vacht, steil
Totale behoefte aan verzorging: gemiddeld

Border collies zijn extreem energiek, en moeten de gelegenheid krijgen om veel te bewegen. Ze zijn heel wendbaar en kunnen zeer snel bochten maken. Ze vinden het heerlijk om te rennen, en kunnen dit ook lang vol houden. Helaas betekent dat ook dat bij verkeerde opvoeding de hond geen rust kent, en altijd maar door zal gaan. Zo ontstaat er een cirkel waarin de hond steeds meer beweging vraagt, en niet meer tot rust kan komen, hoe veel u ook met de hond doet. Een goede baas leert de pup om rust in te bouwen. Ook voor de gewrichten is het van het grootste belang dat u het eerste jaar de hond niet overbelast. Tot 1 jaar zijn de botten namelijk nog niet uitgegroeid, en het kraakbeen is nog niet uitgehard. Zodra de pup het nest verlaat, moeten de actieve momenten afgewisseld worden met rust momenten. Het beste werkt dat met een bench. Zorg dat de bench een fijne plek is.  Als u er een stevige doek overheen legt, die de pup er niet in kan trekken, ontstaat er een hol waar de pup zich veilig voelt. Als u de pup iets lekkers geeft als hij in de bench gaat, valt hij al smikkelend  in slaap (een kong is hiervoor een fijn hulpmiddel).
Een borderpup die onhandelbaar is, steeds bijt, heen en weer blijft rennen, je continu volgt en gaat klieren, betekent niet dat de pup zich verveelt en wat wil doen, nee! Het betekent dat de pup juist vermoeid of overprikkeld is. Een pup ligt de eerste weken wel 20 uur per dag in de bench.

Border collies zijn gefokt om te helpen bij het hoeden van de schapen. Aangezien de schaapherder niet altijd kan zien wat er zich achter de kudde afspeelt, zal de hond ook zelfstandig na moeten kunnen denken. Dit vereist enige intelligentie van de hond, en dus ook het gebruiken ervan. Een verveelde bordercollie zal zich zelf taken gaan geven, en daar worden de baasjes vaak niet blij van (tuin opnieuw inrichten, de huisgenoten bij elkaar drijven, voertuigen opjagen, dingen slopen enz). Zorg dus dat de bordercollie de gelegenheid krijgt zijn hersenen te gebruiken. Dit kan door zoekspelletjes, trainingen, trucjes  leren, en werken voor zijn voedsel. Ook zijn intelligentiespelletjes van bijv. Nina Ottosun, heel leuk. Een bordercollie hoeft echt niet de hele dag bezig gehouden te worden. Bij ons thuis wandelen we in de ochtend minimaal 1 uur met andere honden, zodat ze kunnen zwemmen, elkaar opjagen en lekker moe thuiskomen. In de middag even kort een plas en eind van de dag weer wat langer.  Als ik werken moet, dan ga ik heel vroeg met ze een rondje fietsen van 15 minuten, en dan pas weer later in  de middag lang wandelen. Marley rent graag naast de fiets, een kilometer of 5,  ook  met de frisbee of een bal gooien vindt ze heerlijk maar doen we niet zo vaak. Als de avonden langer zijn, lopen we soms nog een rondje in de avond. Verder doen we meestal nog een paar keer per week wat trucjes, intelligentiespelletjes  of agility met ze. Bordercollies lijken een licht gewicht versie van de Australische herder. In plaats van de vaak voorkomende bob-tail hebben bordercollies juist een mooie pluimstaart die rijkt tot aan de hakken. De kop lijkt op die van een collie, het lijf is net langer dan de hond hoog is. De oren staan meestal rechtop met hangende puntjes. het kan wel tot een jaar duren voor de oren hun definitieve stand hebben aangenomen.

Sommige bordercollies hebben een ruwe volle vacht van ongeveer 7,5 cm lang, de Showlijn. Andere hebben een gladde vacht, van ongeveer 2,5 cm, de “werklijn”. Vanzelfsprekend vergt de vacht van een hond uit showlijnen meer verzorging.  De vacht komt voor in verschillende kleuren, o.a. zwart-wit, rood-wit, zwartgrijs, bruin, helemaal zwart en driekleurig. De bordercollie met het langere haar heeft gewoonlijk een weelderige kraag en staart. Borders die het gen voor Merle hebben, zoals Marley zullen in de vacht, waar normaal één kleur zit, allemaal vlekken hebben. Elke hond heeft de vlekverdeling weer anders. Merle is een gen dat dominant vererft. Dat betekent dat, ook al krijg je het van 1 ouder, dan heb je merle. Een hond die merle draagt, mag je nóóit met een andere hond kruisen die ook merle draagt. Je hebt dan pups die de Merle van beide ouders kunnen erven (double merles) en die hebben veel gezondheidsproblemen. Vaak zijn ze blind en/of doof, en hebben een vrijwel witte vacht. Dit is dan ook verboden.